Schrijver Frans van Bork was op bezoek in Amstelveen om een lezing te geven over De Grote Ontginning. Een periode tussen 1000 en 1200 toen het moerassige veengebied tussen Holland en Utrecht werd drooggelegd.
Van Bork vertelt hoe middels het graven van duizenden sloten het water uit het veen kon stromen. Hierdoor kwam het sompige veengebied droog te liggen en kon het worden gebruikt om voedsel te verbouwen. Dit was nodig, omdat rond het jaar 1000 de bevolking sterk groeide en er dus meer eten nodig was om iedereen te voeden.
Een enorme onderneming die volledig met hand en schep is volbracht. ‘U moet zich voorstellen: het was een groot moeras waar je met je benen zo’n beetje inzakte … en de opdracht luidt: ga hier boerenland van maken.’
Tijdens een wandeling door de Middelpolder vertelt Van Bork enthousiast over de authenticiteit van het stukje land. ‘Ja het is toch wel uniek dat je in dit enorm verstedelijkte gebied nog grond hebt wat uit de middeleeuwen stamt.’
...
